Uitvoeringsagenda Mest: kringlopen met minder overlast en meer waarde

Dierlijke mest, gebruikt op een manier die goed is voor boer, milieu en omgeving, moet een belangrijke plaats krijgen in de kringlooplandbouw. Het gaat er om de waardevolle bestanddelen uit mest te behouden en te gebruiken en tegelijk overlast voor de omgeving te voorkomen. Dat is het belangrijkste uitgangspunt van de Uitvoeringsagenda Mest van de provincie Noord-Brabant die door Gedeputeerde Staten is vastgesteld, waaraan concrete acties zijn verbonden.

In het beleidskader Landbouw en Voedsel streeft de provincie naar een landbouw- en voedselsysteem met een nieuw evenwicht tussen economie, ecologie en maatschappij. Kringlooplandbouw is daarbij een belangrijk uitgangspunt waarin mest een belangrijke rol speelt. Door mest niet meer te zien als afvalproduct, maar zo te bewerken dat deze weer gebruikt kan worden in de akker- en tuinbouw, wordt de kostbare voedingswaarde uit mest behouden en de kwaliteit van bodem, water en lucht verbeterd. Elies Lemkes-Straver, gedeputeerde Landbouw, Voedsel, Bodem en Brede Welvaart: “We willen kunstmest verminderen ten gunste van bewerkte dierlijke mest. Dat wordt in de huidige tijd steeds noodzakelijker. Helaas wordt mest, hoe waardevol ook, vaak geassocieerd met overlast. Conform onze omgevingsvisie streven we naar een gezonde en veilige leefomgeving voor alle Brabanders. Overlast voor de omgeving wordt juist geminimaliseerd door de mest zo snel mogelijk te bewerken. De aanpak van overlast wordt ook actief opgenomen in de vergunning en handhaving.”

Van overschot naar schaarste
De mineralenbalans in Nederland is aan het kantelen. Een jaar of tien geleden kende Nederland een mestoverschot. De verwachting is dat er in 2030 landelijk een tekort aan mineralen uit dierlijke mest zal zijn. Noord-Brabant houdt echter meer van de schaarser wordende waardevolle mineralen en organische stof uit mest beschikbaar dan nodig voor de Brabantse landbouwbehoefte. Elies Lemkes: “Met deze uitvoeringsagenda spelen we in op deze ontwikkelingen en slaan we de weg in naar het opwaarderen van dierlijke mest en het bewerken ervan, zodat de waardevolle stoffen uit mest beschikbaar komen. Daarbij is de gewasbehoefte van Brabant de basis en het uitsluitend bewerken van Brabantse mest, ook bij een krimpende veestapel, het uitgangspunt.”

Driesporenbeleid
Met de uitvoeringsagenda Mest worden de komende jaren drie sporen gevolgd:

  • Uitfaseren drijfmest: en het tegelijk invoeren van een kringloopgedreven systeem. Het gebruik van de waardevolle stoffen uit dierlijke mest is goed om kringlopen te sluiten.
  • Mestbewerking bij de bron: of zoveel verder weg als nodig, in gespecialiseerde mestbewerkingsinstallaties. Dit voorkomt verlies van nutriënten en vermindert het vervoer van drijfmest. Bovendien vermindert dit overlast en emissies.
  • Stimuleren innovatie: op het gebied van mest kan en wil Brabant een grote, groene proeftuin zijn, denk aan een fieldlab Bemesting Boerderij van de Toekomst en het bieden van experimenteerruimte voor kunstmestvervangers en bodemverbeteraars.

Elies Lemkes: “In alle drie deze sporen is samenwerking van groot belang. Brabant zet als eerste een concrete stap naar kringlooplandbouw. Overigens werkt de biologische landbouw al volledig in kringlopen en ook natuurinclusieve landbouw heeft in grote mate de kringloop gesloten. We zoeken actief de samenwerking met het Rijk op, omdat we hiermee een bijdrage leveren aan emissiedoelstellingen die landelijk van belang zijn.”

De route naar 2030
De Uitvoeringsagenda geeft aan hoeveel mest bewerkt moet worden en op welke manier: op de boerderijen en op verzamellocaties en wat dit betekent voor de ruimtelijke inpassing van mestbewerkingsinstallaties. Dat wordt vastgelegd in een plan-Milieu Effect Rapportage (MER) Mest. Daarbij worden de belangen van de leefomgeving zorgvuldig meegewogen. Met deze plan-MER Mest wordt, nu de uitvoeringsagenda is vastgesteld, een start gemaakt.