Raad van State positief over Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat, wel meer informatie stikstofcompensatie gevraagd

In een tussenuitspraak over het Provinciaal Inpassingplan Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (GOL) vraagt de Raad van State hoofdzakelijk meer tekst en uitleg aan de provincie Noord-Brabant over de compensatie van stikstofuitstoot in het plan. De afdeling bestuursrechtspraak laat verder het plan overeind, op een enkel bezwaar na. De provincie krijgt zes maanden de tijd haar plan beter te onderbouwen.

Gedeputeerde Staten vinden het goed dat er met deze tussenuitspraak eindelijk meer duidelijkheid is gekomen, zeker voor de direct betrokkenen. Ze gaan met vertrouwen aan de slag om de gevraagde onderbouwing aan te leveren zodat er een definitieve uitspraak in 2022 kan volgen. Daarnaast concludeert GS dat bij het opstellen van het plan goede afwegingen zijn gemaakt tussen de varianten en dat de voorgenomen ontwikkeling in de Baardwijkse Overlaat past in de oorspronkelijke cultuurhistorische waarde van het gebied.

GOL: Natuur, hoogwater en verkeer
Het programma Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (GOL) is ontwikkeld om de kwaliteit van de omgeving rond de A59 (tussen ’s-Hertogenbosch en Waalwijk) te verbeteren. De provincie Noord-Brabant werkt samen met de gemeenten Heusden, ’s-Hertogenbosch, Waalwijk, waterschap Aa en Maas en Rijkswaterstaat. De gebiedsgerichte aanpak zet in op drie doelen: 
Natuur: Het realiseren van drie ecologische verbindingszones om het Natuurnetwerk Brabant af te maken; 
Water: Beschermingsmaatregelen om ’s-Hertogenbosch en omgeving verder te beschermen tegen hoogwater;
Verkeer: Leefbaarheid van de omliggende dorpen vergroten door het verkeer via de juiste route op de plaats van bestemming te krijgen, zo min mogelijk via de kernen.  Dit wordt onder meer gedaan door verbeteren van de gevaarlijke op- en afritten en meer doorstroming van het verkeer op de A59.

Inpassingsplan aanpassen
Voor de provincie betekent de uitspraak dat zij de motivering van haar plannen moet aanpassen als het gaat om de stikstofcompensatie. Dit betekent formeel dat het Provinciaal Inpassingsplan moet worden aangepast en er een nieuwe vergunning op de Wetnatuurbescherming (wnb) nodig is. De provincie hield al rekening met deze aanpassingen, onder meer omdat in 2019 de PAS onderuit is gegaan en dit plan op basis hiervan wel was onderbouwd. Voor een deel had de provincie op de aanpassingen al geanticipeerd door de aankoop van een boerderij in Drunen en het intrekken van de vergunningen daarvan. De provincie heeft de verwachte positieve effecten hiervan voor de natuur meegenomen in het stikstofonderzoek.

Stikstofcompensatie motiveren
De Raad van State stelt nu dat de provincie nog niet voldoende heeft uitgewerkt dat op deze manier er geen negatieve effecten op Natura2000-gebied zijn en aan de voorwaarden is voldaan. De Raad van State verwijst ook naar een eerder oordeel van de afdeling bestuursrechtspraak over het tracébesluit over de A15. Dat betreft het rekenmodel dat uitgaat van de zogenoemde afkap voor verkeer. Hierbij wordt stikstofuitstoot van verkeer dat terechtkomt op meer dan vijf kilometer afstand van de weg niet meegenomen in de berekeningen. De provincie moet beter uitleggen dat met dit model volledig, precies en definitief kan worden geconcludeerd dat de plannen geen nadelige gevolgen hebben voor omliggende Natura 2000-gebieden. Europese natuurwetgeving vereist wel die mate van volledigheid en duidelijkheid.

Aan beide eisen zal, samen met die delen van de uitspraak waarin bezwaarmakers in het gelijk zijn gesteld, gevolg worden gegeven. Komende periode bekijkt de provincie wat dit betekent voor de planning van het project.