NIWO treedt effectief op tegen mestfraude

De NIWO treedt effectief op tegen mestfraude. De NIWO trok namelijk de vergunning in van een notoire overtreder van de Meststoffenwet. Als vergunningverlenende overheidsorganisatie gebruikte de NIWO daarvoor de Wet Bibob. Door de intrekking mag de betreffende onderneming geen beroepsgoederenvervoer meer verrichten en wordt veelvuldige mestfraude voorkomen. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de intrekking door de NIWO rechtmatig en rechtvaardig is. De Wet Bibob blijkt dus een effectief instrument tegen mestfraude!

De NIWO trok rechtmatig en rechtvaardig de vergunning in van een notoire overtreder van de Meststoffenwet (en vervoers- en verkeerswet- en regelgeving). Dit oordeelde het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 6 juli 2021 in haar gepubliceerde uitspraak. Dit betekent dat de betreffende onderneming geen beroepsgoederenvervoer meer mag verrichten en dat veelvuldige mestfraude wordt voorkomen. Door de intrekking treedt de NIWO dus effectief op tegen mestfraude. Dit is een mooie prestatie, vooral omdat het voor de overheid lastig is om mestfraude aan te pakken.

​​​​​​​De overheid kan mestfraude aanpakken via het strafrecht (Openbaar Ministerie en de politie) en via het bestuursrecht (de NIWO bijvoorbeeld). In dit geval gaat het om een samenwerking van beide domeinen. De NIWO vroeg namelijk na  een tip van het Openbaar Ministerie op grond van de Wet Bibob advies aan het Landelijk Bureau Bibob over het risico dat de vergunning gebruikt zal worden voor criminele activiteiten. Uit dat advies maakte de NIWO op dat sprake was overtredingen van de Meststoffenwet. De NIWO besloot daarom tot intrekking van de vervoersvergunning. De NIWO stelde als onderbouwing van die beslissing dat het bij overtredingen van de Meststoffenwet gaat om strafbare feiten die er op zijn gericht voordelen voort te brengen. Door die voordelen bestaat een ernstig gevaar in de zin van de Wet Bibob dat eventuele vergunningverlening in de toekomst tot (nog meer) misstanden met betrekking tot mest leidt. In de waardevolle en verleggende uitspraak van 6 juli 2021 oordeelt het College dat die stelling klopt.

Link uitspraak

ECLI:NL:CBB:2021:705, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 18/2911 en 20/189 (rechtspraak.nl)