Environmental DNA: nieuwe en bruikbare methode om bodemleven te meten

Het project Sensorisch Landschap combineert als eerste eDNA met sensordata, en reguliere metingen tot één monitoringsinstrument, dat de bijdrage van boeren aan klimaat, water en biodiversiteit meet. Op 140 graslanden van zo’n 75 boeren verspreid over Overijssel, Gelderland en Brabant is het ‘environmental DNA’ verzameld. Dat zijn DNA-sporen van onder andere bacteriën, schimmels en regenwormen. Hiermee is gezocht naar indicatoren om bodemleven te meten. Het doel is dat boeren en andere grondgebruikers de technieken zelf kunnen gaan inzetten om bodemvitaliteit beter te monitoren.

Het meten van het bodemleven gebeurt nu nog nauwelijks, terwijl het een cruciaal onderdeel is van een vitale bodem. Als de boer of beheerder via de eDNA techniek kan meten hoe vitaal de bodem is, kan hij het beheer hierop afstemmen en de bodemvitaliteit monitoren.

Effecten op het bodemleven
Door het onderzoek van Sensorisch Landschap is er nu een bewezen methode die praktijkervaring kan kwantificeren. Kees van Bochove van Datura: “Geen landbouwbodem is dood. Wel vinden we in graslanden meer bodemleven dan op akkers en het meeste bodemleven was te vinden op oude natuurgraslanden.” Door intensieve bodembewerking en langdurige overbemesting neemt het bodemleven af. Verdichting (doordat dat het land bewerkt is met zware machines) vermindert het bodemleven zelfs drastisch en het is uit wetenschappelijke studies bekend dat verdichte bodems meer van het sterke broeikasgas lachgas uitstoten. Ook de samenstelling van het bodemleven wordt beïnvloed. Zo leidt de toevoer van stikstof via bemesting voor meer ammonium-omzettende bacteriën en kan de verhouding tussen bacteriën die actief zijn in de stikstofcyclus de bovengrondse biodiversiteit ‘voorspellen’. Mogelijk kan de nieuw ontwikkelde eDNA techniek daarmee ook worden ingezet in natuurgebieden om het effect van stikstofdepositie op de bodem te meten als aanvulling op de Kritische Depositie Waarden (KDW) methode.

De invloed van water
Water is van groot belang voor het bodemleven en alle functies die de bodem levert. De vochtigheid van de bodem heeft invloed op welk bodemleven er kan gedijen. Tegelijkertijd bepaalt het bodemleven ook hoe goed water kan infiltreren (via regenwormengangen) en wordt vastgehouden. Met data van goedkope bodemvochtsensoren zijn deze eigenschappen te meten en te vertalen in indicatoren. Zo bleek het bevloeien van percelen gedurende de winter, zelfs tijdens de piek van de droogte in zomer 2022, nog te leiden tot een hoger bodemvochtgehalte en productiviteit van het gewas. Daarnaast zijn er eerste aanwijzingen dat bevloeiing het bodemleven kan stimuleren en dat het zorgt dat de bodem meer water kan vasthouden.

Vervolg
Met de ontwikkelde methodes kan effectiever gezocht worden naar beheermaatregelen, zoals bevloeien of aanwenden bokashi (gefermenteerd organisch materiaal), waarbij gewasopbrengst samen kan gaan met maatschappelijke functies, zoals biodiversiteit en het inperken van (de effecten van) klimaatverandering. In de volgende fase van het project zal dan ook de nadruk liggen op het vergelijken van beheermaatregelen en de effecten op de bodemvitaliteit.

Belang van vitale bodem
Elke vierkante meter grond onder onze voeten is het thuis van miljoenen organismen. Van bacteriën te klein om te zien met het blote oog, tot grote krioelende wormen, allemaal dragen zij een steentje bij aan de ingewikkelde processen in de bodem. Een vitale bodem zet organische stof effectiever om naar voedingsstoffen voor het gewas, houdt water beter vast, stoot minder broeikasgassen uit en stimuleert bovengrondse biodiversiteit.
Het leven in de bodem is een sleutelfactor voor klimaat en biodiversiteit opgaven. Het project Sensorisch Landschap laat zien dat we de effecten van bodembeheer betaalbaar en gericht kunnen meten!