Netcongestie tegengaan met een virtueel lokaal energiesysteem

Door netcongestie kunnen duizenden vierkante meters dakoppervlak bij agrarische bedrijven niet benut worden voor zonne-energie. Een mogelijke oplossing is cablepooling. Ofwel, wind en zon van agrariërs lokaal aan elkaar koppelen en zo meer kansen voor ondernemers creëren om hun bedrijfsvoering te verduurzamen. De regio’s halen hun doelstelling sneller, zonder dat extra netverzwaring noodzakelijk is.

LTO Noord, Greenport NHN, infra-specialist Firan en adviesbureau Qirion Energy Consulting (beiden onderdeel van Alliander) hebben afgelopen maanden onderzocht wat cablepooling kan betekenen voor agrarische ondernemers in de Wieringerwaard. Cablepooling is op zich geen nieuw fenomeen. Het houdt in dat twee duurzame opweklocaties die dicht bij elkaar liggen, gebruik maken van dezelfde elektriciteitskabel. Ging cablepooling tot dusver altijd om de combinatie  van één opweklocatie zon met één opweklocatie wind, in dit geval (cablepooling 2.0) is onderzocht wat er gebeurt als meer kleine opweklocaties zon worden gekoppeld met één opweklocatie wind. Op een bestaande aansluiting van een windturbine op een boerenerf worden dan meer zonnedaken aangesloten.

Is cablepooling 2.0 haalbaar?

Maarten van Blijderveen, Energy Architect bij Qirion Energy Consulting en het technische brein van de pilot. ‘Boeren hebben vaak al een windturbine staan op eigen erf, en dikwijls ook genoeg dakoppervlakte om panelen op te leggen. Alleen, verzwaring van de aansluiting is niet haalbaar. Agrariërs kunnen dan de opgewekte stroom niet  terugleveren. Met als gevolg dat zonnepanelen op het dak soms niets liggen te doen, In het onderzoek hebben we gekeken wat er gebeurt als agrariërs onderling hun duurzame energiesystemen kunnen delen. Door zon en wind aan elkaar te koppelen in een zogeheten virtueel lokaal energiesysteem (VLES) kan meer opwek gerealiseerd worden in congestiegebieden. Dit concept bestaat nog niet en is nu ook nog niet mogelijk. Dus hebben we verkend en berekend of het idee in de praktijk echt kan werken.’

Projectleider Wouter Veefkind van LTO Noord: ‘In plaats van dat je een nieuwe kabel moet leggen, maak je gebruik van de kabel die er al ligt voor een windmolen. Het mooie is namelijk dat wind en zon elkaar goed aanvullen: als er veel zon is, is er weinig wind en andersom. Door installaties te koppelen in een virtueel lokaal energiesysteem, is teruglevering op het bestaande netwerk mogelijk, ook in congestiegebieden.

Virtuele variant biedt kansen

Bij de verkenning werden negen agrarisch ondernemers in de Wieringerwaard betrokken. De berekeningen wijzen uit dat zij voldoende aansluitcapaciteit ruimte beschikbaar hebben voor plaatsing van zevenduizend extra zonnepanelen. Hoewel de pilot tot nu toe alleen op papier is uitgevoerd, is de conclusie na analyse van openbare data en gesprekken met de netbeheerder: het kan.

“De virtuele variant van cablepooling biedt veel potentie,” zegt Veefkind. “Het voordeel is dat collectieven boeren en tuinders dicht bij een solitaire windturbine, met een virtuele aansluiting bestaande daken kunnen volleggen met zonnepanelen.” Om dit mogelijk te maken moeten er nog wel allerlei technische en juridische zaken geregeld worden. Voor het virtueel clusteren van opweklocaties moeten de betrokkenen bijvoorbeeld onderling afspraken maken en vastleggen. Maar dit is goed haalbaar, meent Veefkind: “Eventueel met wat ondersteuning van experts, zoals LTO Noord.”

Wachten op wetgeving

De volgende stap is testen van het concept in de praktijk. Agrarische ondernemers die willen aanhaken bij de vervolgpilot moet nog wel even geduld hebben. Veefkind: ‘Omdat volgens de wet deze manier van werken nog niet toegestaan, zijn we sterk afhankelijk van wat Liander wil gedogen. Liander is overigens zeer bereid om mee te denken. Gelukkig komt er ook vanuit de overheid meer aandacht voor slim netwerkgebruik. Er komt dus beweging in, het gaat echt de goede kant op, maar het heeft tijd nodig. Als ik heel optimistisch ben een jaar. Natuurlijk zou de wet wat ons betreft sneller mogen. Dit soort oplossingen zijn op korte termijn nodig, maar de wettelijke lijnen zijn gewoon wat langer en helaas hebben we daar geen invloed op.’

Voor agrarische ondernemers die aan de gang willen met cablepooling 2.0 heeft Van Blijderveen al wel een paar praktische tips en adviezen. ‘Spreek je buren aan. Hebben zij plannen met zonne-energie of hebben ze een windturbine staan? En loop je zelf met het plan om te investeren in zonnepanelen? Zorg dan dat je deze aanstuurbaar zijn; dat je ze kunt regelen. En maak je interesse in cablepooling vooral aan Liander kenbaar. Bel ze op. Hoe meer vragen Liander krijgt, hoe sneller het geregeld is.’

Opwekcapaciteit lokaal benutten

Veefkind vult aan: “Kijk ook goed naar je eigen energiehuishouding. Onderzoek of je processen zodanig kunt aanpassen dat je energie verbruikt op tijden dat er veel zonne-energie beschikbaar is. Zodat je je eigen opgewekte energie en die van de buurman zoveel mogelijk lokaal kunt benutten. Intussen werken wij hard aan het vervolg. Het is de bedoeling om nog dit jaar in een praktijkpilot de haalbaarheid in werkelijkheid te gaan onderzoeken. Dan wordt het een stuk concreter. De gesprekken hierover zijn nu gaande.”

Resultaten verkenning cablepooling 2.0

Met het realiseren van één virtuele aansluiting kan in de Wieringerwaard ruim 725 KW aan extra zonnepanelen worden geïnstalleerd zonder uitbreiding van het bestaande netwerk. Meer vermogen wordt verkregen door nieuwe projecten toe te staan. Het vermogen aan wind moet minimaal gelijk zijn aan het te installeren vermogen aan zon, in het geval van de Wieringerwaard is dat 1,6 MW. Voor het realiseren van een virtuele koppeling zijn diverse regelaars en meters nodig. Per locatie waar energie opgewekt wordt, bedraagt de investering grofweg 7.500 euro en voor het volledige systeem ongeveer € 20.000. Daarnaast is een inschatting gemaakt van de onderhoudskosten van de virtuele koppeling. Die bedragen 250 euro per locatie en 2.000 euro voor het volledige systeem. De terugverdientijd per locatie bedraagt zo’n 10-12 jaar. Deze inschatting is gemaakt op basis van de gemiddelde energieprijzen van 2021 en een gangbare business case.

Subsidieregeling Provincie Noord-Holland

Bedrijven die gezamenlijk stroom willen delen of agrariërs die overtollige zonnestroom willen opslaan in een batterij, kunnen daarvoor subsidie krijgen van de provincie Noord-Holland. De provincie heeft per 17 april 2023 het budget voor de regeling Kansen voor West III verhoogd tot 5,25 miljoen euro. Er is subsidie voor het (laten) uitvoeren van een haalbaarheidsstudie en voor het daadwerkelijk realiseren van tijdelijke of duurzame en innovatieve oplossingen voor netcongestie. Het maximale subsidiebedrag per project is 600.000 euro. De subsidie kan worden aangevraagd via kvw3.kansenvoorwest.nl. 


Dit project werd mogelijk door een bijdrage van LTO Noord Fondsen en Provincie Noord-Holland.