Nu de eerste Hollandse aardappelen gerooid worden, blijkt dat door de warme natte zomer de aardappelziekte phytophthora biologische aardappelplanten heeft aangetast. Als gevolg moeten veel biologische boeren het met een kleine oogst doen, vaak slechts 25% van de normale oogst. Er zijn inmiddels resistente aardappelgewassen beschikbaar, echter voor deze rassen is er nog geen gegarandeerde afzetmarkt in Nederland. Een enorm risico voor biologische boeren. Als de vraag, ofwel de verkoop van biologische aardappelen in Nederland zou stijgen, is de boer verzekerd van zijn afzet en kan hij wel robuuste aardappelen telen. Dan moet alleen de vraag wel gestimuleerd worden, zo meent brancheorganisatie Bionext.
Bij natte warme zomerweken ligt phytophthora op de loer. Een schimmel die aardappelplant aantast. Zodra de schimmel op het blad komt, zijn boeren genoodzaakt om de planten volledig te verbranden om verspreiding te voorkomen. Met een kleine oogst als gevolg, vaak slechts 25% van de normale oogst. De aardappel is een enorm kwetsbaar gewas, reden dat er in de gangbare sector flink wat gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt.
In 2016 richtte de aardappelziekte ook veel schade aan in de biologische aardappelteelt. Als gevolg werd er een aardappelconvenant opgesteld met het doel om in 2020 volledig over te zijn op robuuste rassen. Alle supermarkten committeerden zich tot de verkoop. Inmiddels zijn er 23 robuuste rassen die bestand zijn tegen de ziekte, echter de vraag vanuit de Nederlandse markt blijft laag, waardoor er geen afzetzekerheid is. Een groot risico voor een boer, wanneer hij zijn aardappelen niet kwijt kan.
“Je kunt er niet vanuit gaan dat de consument vanzelf opeens biologische aardappels gaat kopen” aldus Michaël Wilde, directeur Bionext. “Er zijn in korte tijd 23 robuuste rassen ontwikkeld, een enorme overwinning voor de sector. Echter als we willen dat boeren deze rassen kunnen telen, om ze te beschermen tegen het risico van phytophthora, dan moet er ook aan de vraagzijde iets gebeuren. Er vanuit gaan dat de rassen vanzelf verkocht worden, werkt dus niet.”
De aardappel is een van de belangrijkste teelten in de Nederlandse akkerbouw, die tussen juli en september wordt gerooid, afhankelijk van het weer en ras. In 2020 waren er 9.300 gangbare aardappeltelers, waarvan 262 biologisch. Nederland heeft 163.500 ha aardappelen teelt, waarvan 1,25% biologisch, zo’n 2.054 ha (CBS, 2020). Goed voor ruim 70.000 ton biologische aardappelen, waarmee 14% van de Nederlandse markt kan worden voorzien. Daarvan wordt een deel nu naar het buitenland geëxporteerd, vanwege de achterblijvende de vraag in Nederland.
Dat terwijl de Nederlander een echte aardappeleter is. Volgens het RIVM eet de Nederlander gemiddeld 72 gram aardappel per dag, zo’n 26,3 kg per jaar. Jaarlijks consumeren we in Nederland zo’n 454 miljoen kg aardappelen. We eten en kopen dus genoeg aardappelen, alleen niet biologisch. Om 100% over te gaan op robuuste rassen, moet de verkoop van biologische aardappelen in Nederland dus omhoog.