Motten scouten en elimineren met een drone

Zoals dat wel vaker gebeurt met geniale vondsten ontstond ook dit idee terloops, bij de koffieautomaat. Een paar studenten van de TU Delft waren na weer een broeierige, doorwaakte nacht helemaal klaar met die irritant zoemende muggen. Van een simpel speelgoedje maakten ze een mechanische vleermuis, een vliegende muggenslicer. Eindelijk weer ongestoord slapen! Ruim vijf jaar later is menig kas in het Westland uitgerust met hun drones, die ’s nachts op pad gaan om motten te elimineren.

Via hun netwerk kwamen de mannen van PATS Drones in contact met telers in het Westland, die soms met de handen in het haar zitten. De plagen in de tuinbouwsector zijn er niet minder om geworden; de middelen om ze mee te bestrijden wel. Sommige kwekers dachten dat ze een plaag redelijk onder controle hadden, met licht- en feromoonvallen. Tot ze de beelden zagen van de speciale camera’s van PATS, die de drones aansturen. Die registreerden de motten eerder dan de telers zelf, die pas weken later de eerste exemplaren in hun vallen aantroffen.

Camera’s registreren de mot
Want zo werkt het systeem: de drones worden aangestuurd door camera’s die de mot registreren. De camera weet precies waar hij de drone naartoe moet sturen. Op basis van parameters als de grootte van het insect, de frequentie van zijn vleugelslag, het vliegpad en het tijdstip van vliegen – in het geval van de mot ’s nachts – weet hij om wat voor insect het gaat. De autonome drone die op zijn oplader op een seintje zit te wachten gaat eropaf en pats! Mot geëlimineerd. (Zo, weet u ook gelijk waar de bedrijfsnaam vandaan komt.)

Het concept is zo eenvoudig als het klinkt. Maar er gaat uiteraard heel wat onderzoek aan vooraf, zeker ook insect-specifiek. Want er vliegen niet alleen motten in een kas, maar ook kostbare hommels bijvoorbeeld, die een belangrijke rol in de bestuiving spelen. “Daarvan wil je natuurlijk niet dat ze in de propellers belanden,” aldus Bram Tijmons van PATS Drones.

“Je wilt natuurlijk niet dat er kostbare hommels in je propellers belanden”

Bij een nieuwe klant start PATS Drones meestal met het ‘scouten’ van de insecten, het in kaart brengen van de plaag. Het systeem telt het aantal motten dat de camera’s passeert, vanaf het moment dat de duisternis intreedt tot het weer licht wordt. Het genereert een heatmap van de activiteit, met kenmerken als snelheid en vluchtduur. Ook de vliegroute van de individuele mot kan in beeld worden gebracht. Dit alles geeft informatie over de plaagdruk in de kas; hoe de populatie zich ontwikkelt, wanneer je de volgende generatie kunt verwachten, en ook: de eerste schade aan je gewas.

Niet alleen motten
Het scoutingsysteem is nog volop in ontwikkeling. PATS Drones richt zich nu nog met name op motten, maar wil meer. Bram: “Je kunt natuurlijk veel meer in kaart brengen met het systeem: vliegen er hommels genoeg, of moet ik daar wat meer exemplaren van uitzetten? Het uiteindelijke doel is dat kwekers zoveel mogelijk vanaf hun dashboard kunnen sturen op wat er allemaal in hun kas gebeurt. Ze hoeven dan minder vaak de kas in. En daarmee verklein je het risico dat je zelf van buitenaf een virus of iets dergelijks meeneemt. Want dat kan best heel vervelende gevolgen hebben.”

Geleideraket
Zo zijn de oprichters van PATS Drones, van huis uit bedrijfskundige en techneuten, ware insectenkenners aan het worden. Helemaal sinds de samenwerking met entomologen van Wageningen University & Research. Bram: “Met hen hebben we onderzocht hoe motten reageren op beweging en geluid, met behulp van een windtunnel. De vlucht van de mot bleek namelijk random en onvoorspelbaar in de nabijheid van een drone. Toen wisten we: de drone moet zo klein en wendbaar mogelijk zijn en zich meer gedragen als een geleideraket die achter een bewegend doel aangaat dan als een kogel die maar één richting op kan.”

“De drone moet zo klein en wendbaar mogelijk zijn en zich meer gedragen als een geleideraket dan als een kogel”

agROBOfood-programma
Die samenwerking met Wageningen University & Research is eind 2020 ontstaan in het kader van agROBOfood, een omvangrijk Europees programma waar Wageningen University & Research deels de leiding over heeft. Doel van het programma: de agrifoodsector laten zien hoeveel goeie robotica-oplossingen er al – of binnenkort – zijn en de adoptie ervan versnellen, Europabreed.

De sector heeft namelijk genoeg problemen het hoofd te bieden: zo zijn er steeds minder mensen die het uitvoerende, arbeidsintensieve werk willen doen en wordt het aantal beschikbare bestrijdingsmiddelen verder afgeschaald. “AgROBOfood helpt bij het ontwikkelen en vermarkten van slimme automatisering als antwoord op de problemen waar kwekers dagelijks mee te maken hebben,” aldus Bram.

Werk genoeg
Er is nog werk genoeg aan de winkel voor PATS Drones. Zo is het verfijnen van de software een continu proces. “En,” zegt Bram, “nu werken de drones nog vooral ’s nachts, maar het is de bedoeling dat ze dat straks ook overdag gaan doen. Daarnaast willen we ons in de toekomst ook op andere insecten en teelten gaan richten. Bij de tomaat zijn we inmiddels in staat de tomatenmineermot uit te schakelen. Dat was nog best een uitdaging vanwege de grotere hoeveelheid blad en de touwtjes die bij de teelt worden gebruikt. De drones hebben daardoor aanzienlijk minder ruimte om te manoeuvreren.

Het zou mooi zijn als we veel meer telers enthousiast kunnen krijgen voor onze aanpak, zodat straks iedere kas met een aantal drones is uitgerust. En als we die mechanische vleermuis toch ook kunnen inzetten voor ons oorspronkelijke idee, om muggen mee uit te schakelen. Stel je voor dat je in de toekomst over ter wereld een hotelkamer met een PATS drone kunt boeken,” mijmert Bram.