Hybride veredeling is een baanbrekende innovatie om snel aardappelrassen te ontwikkelen met eigenschappen als ziekteresistentie en droogte- en zouttolerantie. Eerder was dat een langdurig proces dat tientallen jaren kon beslaan, maar nu kan dat in een paar jaar. De innovatieve techniek kan dan ook een belangrijke rol spelen bij het oplossen van problemen rondom armoede, voedselzekerheid en duurzaamheid. Dit gebeurt echter niet vanzelf. Om ook kleine, armere boeren in ontwikkelingslanden optimaal te laten profiteren van de techniek, roepen Utrechtse innovatiewetenschapper Koen Beumer en Enschedese techniekonderzoeker Dirk Stemerding op tot een consortium van publieke en private aardappelveredelaars. Deze oproep is deze maand gepubliceerd in het prestigieuze vakblad Nature Plants.
Beumer en Stemerding houden zich in hun onderzoek bezig met maatschappelijk verantwoord innoveren. Aardappelen zijn een van de belangrijkste voedselgewassen ter wereld. Een innovatie om betere aardappelen te ontwikkelen kan dan ook een belangrijke rol spelen om problemen rondom armoede, voedselzekerheid en duurzaamheid op te lossen.
Huidige systeem niet geschikt voor arme boeren
De GMO-vrije innovatie om snel aardappelrassen met nieuwe eigenschappen te ontwikkelen, is heel beloftevol voor kleine, armere telers: je kunt precies de aardappelsoort ontwikkelen die goed op jouw stuk grond groeit. “Dat gebeurt op dit moment nog te weinig,” vertelt Beumer. Op het moment richten aardappelbedrijven zich vooral op eigenschappen die belangrijk zijn voor grote boeren aan wie ze aardappelen kunnen verkopen tegen een goede prijs.
“In veel gevallen zijn die eigenschappen ook nuttig voor kleine, arme boeren. Maar dat is niet altijd het geval. Zo zijn er aardappelziektes die maar weinig in Europa voorkomen maar flinke problemen opleveren voor kleine boeren in Afrika. Het is heel waardevol als je snel een ras kunt maken dat resistent is tegen die ziektes, of lastige eigenschappen als droogte- en hitteresistentie,” illustreert Beumer. “Maar op dit moment zijn er niet genoeg stimuleringsmaatregelen voor bedrijven om de techniek voor die toepassingen in te zetten. Het huidige marktsysteem is niet geschikt voor armere boeren, en er is een institutionele verschuiving nodig.”
Win-win voor bedrijven en kleine boeren
Beumer en Stemerding roepen daarom bedrijven op om de techniek beschikbaar te stellen aan een kweekconsortium. Hierin gaan internationale publieke instituten, bedrijven en lokale boeren samenwerken. Dit consortium kan de innovaties van bedrijven beschermen en maakt het tegelijkertijd mogelijk voor publieke organisaties om zich, in samenwerking met kleine boeren, volledig te richten op de problemen van deze boeren. In het slechtste geval verdienen de bedrijven er zelf niks aan, maar dragen ze wel bij aan belangrijke maatschappelijke vraagstukken. En in het beste geval? “Dan verdienen ze er wel wat aan, en is het win-win voor bedrijven en kleine boeren.”