Groen erfgoed in Overijssel

Bij Groen erfgoed gaat om oude bomen en struiken. Het belangrijkste leefgebied voor groen erfgoed zijn houtwallen, houtkanten en oude bossen, maar het kan ook verspreid in het landschap voorkomen. Ook de vorm van oude bomen en struiken is een van de kenmerken van groen erfgoed. Zoals een knotboom; bomen die zijn afgezet boven één meter en weer zijn uitgelopen. Uit een eerste inventarisatie blijkt dat de provincie Overijssel veel meer oude bomen heeft dan voorheen gedacht. Het gaat dan niet om opgaande bomen, maar om eeuwenlang dicht bij de grond afgezette zogenaamde hakhoutstoven. Het grootste aantal komt voor bij de Zomereik, met veel in houtwallen tussen Oldemarkt en de Woldberg, waar tientallen van dergelijke oude bomen voorkomen. Andere gebieden met veel oude eiken betreft het Hoge land van Vollenhove en delen van Salland en Twente. Veel groen erfgoed is de vorige eeuw verdwenen door kap en ook nu staat het onder druk door achterstallig beheer en ziektes.

Toplocaties van Groen erfgoed in Overijssel

Groen erfgoed vinden we vooral in die delen van de provincie die tot het oude vooral in de middeleeuwen gevormde landschap behoren, in Noordoost-Twente, Zuidwest-Twente, Vechtdal, het zuidelijk deel van Salland en de stuwwallen in Noordwest-Salland. In Noordoost-Twente, in het Dinkel dal, staan meerdere soorten Rozen en Meidoorns, Wegedoorn en Zwarte populier. Ze staan o.a. in de oude aan de Dinkel grenzende bossen zoals het Hassinkhof en houtwallen. Oude opgaande bomen vinden we vooral in Twente. De Kroeze eik van Fleringen, met een leeftijd van ca 350 jaar, is het meest bekende voorbeeld. In en rondom Delden staan ook diverse eeuwenoude opgaande eiken met een vergelijkbare leeftijd. Heel oude bomen heeft de provincie vooral in de vorm van dicht bij de grond afgezette bomen, in de vorm van stoven en stobben. In Overijssel komen meer dan 300 bomen voor die vergelijkbaar zijn wat leeftijd met de Kroeze eik van Fleringen. De bomen zijn zo oud geworden omdat ze gedurende eeuwen om de 10 – 20 jaar door boeren gehakt zijn, waarna ze weer zijn uitgelopen. Een concentratie van dergelijk eeuwenoude knotvormen (stoven) komt voor tussen Oldemarkt en de Woldberg, in Twente o.a. in de Manderstreu en verspreid in Salland (in de randzone van de Sallandse heuvelrug) en in het Vechtdal (vooral in oud eikenhakhout). Het gaat vooral om Zomereiken, maar deels ook om de Es. Wat soorten betreft heeft Overijssel landelijk gezien belangrijke populaties van de Gaspeldoorn, Mispel, Laurierwilg, Koraalmeidoorn, Winterlinde en Tweestijlige meidoorn. Gaspeldoorn en Mispel komen vooral in Twente voor, de Laurierwilg bereikt in Overijssel haar Europese zuidgrens. Groen erfgoed wordt bedreigd door achterstallig beheer. Veel monumentale hakhoutbomen worden niet meer beheerd, waardoor ze zware stammen op de stoven krijgen, wat de kans op uitscheuren en omwaaien vergroot. Ook ziekten vormen een bedreiging. De essentakziekte bedreigt de 70 eeuwenoude essen stoven.

Versterken van Groen erfgoed
Binnen Natura 2000 wordt gewerkt aan het versterken van groen erfgoed. Het gaat dan om het vergroten van heel oude bossen met bosuitbreiding. Dit speelt binnen het IJsseldal bij het Zalkerbos en het Fortmonderbos. Het Groen erfgoed van de toekomst is al gerealiseerd bij Losser. Volgens een door de provincie opgestelde richtlijn wordt steeds gebruik gemaakt van plantmateriaal van regionale herkomst die het best past bij de situatie ter plekke. Bij de aanplant van nieuw bos kan rekening worden gehouden met plantmateriaal dat uit de regio komt en ook door nieuw hakhout te ontwikkelen. Ook kan met bijzondere soorten rekening worden gehouden zoals de Winterlinde en Wintereik. Aanplant van nieuw bos biedt ook kansen om verloren gegane gebruiksvormen te herstellen zoals iepenhakhout, beukenhakhout, boomweiden en knotbomenweiden.

Bomen en struiken op de kaart
Voor Overijssel is globaal een systematische kartering van groen erfgoed uitgevoerd (soorten, gebieden; zie achtergronddocument). De kartering van individueel groen erfgoed staat nog aan het begin en richt zich tot nu toe alleen op oude opgaande bomen. Een nauwkeurige kartering van de oude knotbomen en stoven staat nog aan het begin. Een eerste kartering vond plaats rondom Paasloo en recent heeft de provincie een kartering bij Zenderen laten uitvoeren.