CO2-voetafdruk Nederlandse varkens behoort tot laagste ter wereld en kan nog kleiner

• 2021 dramatisch jaar voor varkenshouderij door lage prijzen en hoge kosten

• CO2-voetafdruk behoort tot laagste ter wereld en kan nog met ruim 30 procent verminderen

• Sector heeft baat bij samenwerking en transparantie binnen gehele keten

De Nederlandse varkenshouderij beleefde in 2021 een moeilijk jaar. De Afrikaanse varkenspest in Duitsland, corona en de verslechterde afzetmarkt in China resulteerden in dramatische prijzen voor Nederlandse biggen en vleesvarkens. ABN AMRO verwacht dat de vooruitzichten op korte termijn niet zullen verbeteren, nu China de eigen productie blijft opvoeren. Europa kampt daarnaast met een overaanbod en is daarmee afhankelijk van volatiele wereldmarktprijzen. De komende jaren zal de varkensstapel door het stikstofbeleid van de Nederlandse overheid dalen. Richting 2030 zal de varkensproductie naar verwachting met 10 tot 20 procent krimpen, concludeert ABN AMRO in het rapport ‘Het varken als het ultieme kringloopdier’, dat vandaag wordt gepubliceerd. Volgens de bank leidt deze krimp niet tot minder slachtingen, maar vooral tot afname van de levende export van biggen en vleesvarkens. Om relevant te blijven in een krimpende markt met veel maatschappelijke druk kunnen concepten perspectief bieden voor varkenshouders.

CO2-voetafdruk kan verder worden verlaagd
Het aandeel in Nederland geproduceerd varkensvlees dat onderdeel is van vleesconcepten, zoals het Beter Leven-keurmerk, is nu bijna 30 procent. De verwachting is dat er meer van zulke concepten op de markt komen. Zo neemt de behoefte aan vleesconcepten met een lage CO2-voetafdruk, een grotere aandacht voor dierenwelzijn en concepten met focus op smaak of regio verder toe. De Nederlandse varkenshouderij heeft een aantal goede troeven in handen. Zo behoort de CO2-voetafdruk van Nederlandse varkens door het gebruik van restproducten en de hoge efficiëntie van varkenshouders tot te laagste ter wereld. Dit komt onder meer doordat de voeding van varkens voor 47 procent bestaat uit restproducten van vooral de voedingsmiddelenindustrie. Deze producten worden omgezet in hoogwaardige dierlijke eiwitten en leiden tot minder voedselverspilling en een lagere milieu-impact. De bank becijfert dat zelfs een extra CO2-reductie van 30 procent mogelijk is.

Transparantie en samenwerking belangrijk voor alle ketenpartijen
Hoewel de vooruitzichten op langere termijn positief zijn, staat de sector nu in de overlevingsmodus. Doordat het kabinet de stikstofcrisis versneld wil aanpakken, wordt de varkenshouderij flink geraakt. “Sommige varkenshouders zullen zich vrijwillig laten uitkopen, terwijl anderen er voor kiezen hun bedrijf voort te zetten. Continuering betekent íík dat er vertrouwen is in de toekomst‚, benadrukt Pierre Berntsen, Directeur Agrarische Bedrijven van ABN AMRO. “De varkenshouderij is belangrijk voor de Nederlandse landbouw en dat biedt veel kansen, bijvoorbeeld door níg meer in te zetten op het gebruik van restproducten en CO2-reductie. De opgave voor de sector is om gepaste volumes te produceren en in te spelen op interessante markten met specifieke wensen. Dat lukt het beste in transparante en vraag gestuurde ketens, die zich niet alleen focussen op prijs, maar op een breder pallet van specificaties. In de tussentijd dient de overheid varkenshouders te ondersteunen die investeren in emissiereductie of energieopwekking, want innovatie is dä sleutel voor duurzame groei.‚