Stadsnatuur ontwikkelen

Het liefst borg je natuur meteen bij de start van een gebiedsontwikkeling. Alleen zo benut je alle kansen om biodiversiteit te versterken en maak je een gebied integraal klimaatadaptief, stellen NL Greenlabel en Heijmans. Ver in de planfase van Land van Dico lukte het hen ook ruimte te maken voor groen en blauw. Ontwikkelaar Robert-Jan van Gerven laat Lodewijk Hoekstra en Steven Kamerling zien hoe hun plannen hebben uitgepakt.

Bloeiende bloemen, zoemende hommels en oude eiken bepalen het beeld in de Udense wijk Land van Dico. Ooit waren dat sheddaken, schoorstenen en rookpluimen, toen deze plek de thuisbasis was van beddenfabriek Dico. Die stadsnatuur is het resultaat van een ingrijpende herontwikkeling, gestart tien jaar na sluiting van het bedrijf. Nu genieten de bewoners van de energieneutrale huizen van een openbare ruimte die zichtbaar en onzichtbaar bijdraagt aan gezondheid en toekomstbestendigheid.

Gezond

Zonder NL Greenlabel was dat niet gelukt, stelt Robert-Jan van Gerven. Hij is een van de Heijmans-collega’s die werkte aan de transformatie met de organisatie van Lodewijk Hoekstra en Steven Kamerling. NL Greenlabel helpt overheden en ontwikkelaars bij het maken van een meetbaar duurzame leefomgeving. Lodewijk, bekend van televisieprogramma’s De Grote Tuinverbouwing en Lodewijks Groene Geluk, zag dat zijn branche veel kan betekenen in de strijd tegen klimaatverandering. Dus initieerde hij en Nico Wissing in 2012 een organisatie die beoordelingsinstrumenten voor ruimtelijke plannen ontwikkelt, die allerlei overheden, ontwerpers en de bouw gebruiken. Met Robert-Jan formuleerde NL Greenlabel negen stappen waardoor Land van Dico bestand is tegen hittestress, droogte en extreme regenval én gezonder is voor mens en dier.

Lekker wild

Na vijf jaar zijn Lodewijk en Steven terug in Uden en bewonderen ze het resultaat. “Lekker wild tuintje heb je!”, roept Lodewijk naar een buurtbewoner. “Allemaal voor de bijen”, antwoordt die. De wandeling voert langs straten die overvloedig hemelwater afvoeren naar lager gelegen grasveldjes met jonge bomen, struiken en bloemen. Langs een grote speelweide met een bijna honderd jaar oude zomereik, omringd door ijzerhard, lijsterbes, krentenboompjes, hazelaars en andere inheemse planten.

Deze dieper gelegen plekken combineren een aantal functies, vertelt Steven. “Eerst waren speeltuin, plantvakken en waterbergingen aparte zones. Andere kansen die we zagen, waren het hout van gerooide bomen terug laten komen in lokaal gemaakte bankjes en waterdoorlatende verharding op de parkeerplaatsen aanleggen. Belangrijkste was een extra diepe bodemsanering, waardoor mensen met een gerust hart groenten uit eigen tuin kunnen eten.”

In 9 stappen klimaatadaptief en biodivers

  1. Eenrichtingsstraten om meer ruimte voor openbaar groen te krijgen
  2. Clusteren van groen in statements (speelweides, lange wadi’s van noord naar zuid)
  3. Extra waterberging door wadi’s langs de straten
  4. Waterdoorlatende verharding op parkeerplaatsen
  5. Meer gebiedseigen plantensoorten
  6. Bodemsanering dieper dan wettelijk voorgeschreven
  7. Kaphout terugbrengen in de wijk
  8. Aantoonbaar duurzaam materiaalgebruik
  9. Eigenaarschap nemen over beheer

Uitdaging

Waar de openbare ruimte van Land van Dico bijdraagt aan vitale stadsnatuur, ziet Lodewijk dat veel privétuinen behoorlijk zijn ‘versteend’. Ook het behouden van de door Heijmans geplaatste groene erfafscheidingen is een uitdaging, ziet Robert-Jan. Op sommige plekken in de wijk is deze vervangen door stalen hekken of zelfs kunstgroen. Omdat de beukenhagen ‘niet snel genoeg dicht groeiden’ en bewoners zo inleverden op privacy. “Tja, een beukenhaag is levend materiaal en heeft tijd nodig om volwassen te worden, zo’n drie tot vijf jaar”, zucht Lodewijk. Ditzelfde geldt ook voor de wadi`s die in de latere fases van de wijk zijn aangelegd. Geef het groen de tijd.”